Vragen over het monitoren en beinvloeden van internetdiscussies over het ministerie van V&J
Indiendatum: mei 2014
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Algemene Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie over het monitoren en beïnvloeden van internetdiscussies over het ministerie van V&J
1. Bent u bekend met de recente vacature van het ministerie van Veiligheid en Justitie, waarin medewerkers worden gezocht om te achterhalen hoe burgers online praten over het ministerie van V&J?[1] Sinds wanneer werven de bewindslieden medewerkers om de meningsvorming van burgers over hun beleid en hun functioneren te volgen en te beïnvloeden?
2. Zijn er op dit moment al medewerkers in dienst die ‘met monitoring- en webcaretool Coosto speuren naar gesprekken op fora en sociale media, zoals Twitter, Facebook en Youtube’ en ‘proactief deelnemen aan gesprekken over VenJ-beleidsterreinen, VenJ-organisaties en de VenJ-bewindslieden’ om zo te helpen ‘het imago van VenJ op te bouwen en beschermen’? Hoeveel fte is of wordt ingezet om kritische geluiden op sociale media over V&J-beleidsterreinen van repliek te dienen?
3. Kunt u uiteenzetten wat het precieze profiel is of wordt van webcare-redacteuren die tot taak hebben gesprekken op fora en sociale media over V&J-beleidsterreinen op te speuren en daar proactief aan deel te nemen? Op welke wijze presenteert een webcare-redacteur zich aan de burgers in wiens gesprek hij zich gaat mengen?
4. Kunt u uiteenzetten hoeveel ministeries al gebruik maken van de real-time monitoringspakketten van Coosto of andere bedrijven, hoeveel gesprekken of berichten er worden gevolgd en hoeveel belastinggeld daaraan wordt uitgegeven?[2]
5. Vindt u het verantwoord om ambtenaren in te zetten om gesprekken van burgers over het kabinetsbeleid actief te volgen en te beïnvloeden? Zo ja, op welke gronden vindt u het verdedigbaar om gesprekken tussen burgers op internet op te sporen, te monitoren en negatieve gedachtevorming over het beleid en de bewindspersonen van V&J te beïnvloeden?
6. Herinnert u zich de aangenomen motie Ouwehand (KS. 21501-20-735) waarmee de Kamer heeft uitgesproken dat het initiatief van het Europees Parlement om anti-Europa discussies op internet te monitoren ongewenst is en deze beïnvloeding van gedachtevorming afkeurt?
7. Kunt u zich voorstellen dat de Kamer ook het inzetten van Rijksambtenaren bij online discussies over bijvoorbeeld de rechten van asielzoekers, het kinderpardon en privacy, of over het functioneren van bewindslieden een ongewenste inmenging vindt in de persoonlijke levenssfeer, de vrijheid van meningsuiting en de meningsvorming van burgers? Zo ja, waarom denkt het ministerie van V&J dan toch ambtenaren aan te kunnen stellen die precies dat tot taak krijgen? Zo nee, waarin verschilt volgens u het volgen van internetdiscussies over Europees beleid van het volgen van internetdiscussies over kabinetsbeleid?
8. Bent u bereid per direct te stoppen met het monitoren en met name het beïnvloeden van internetdiscussies over het beleid en het functioneren van de bewindspersonen van het ministerie van V&J - en eventuele andere beleidsterreinen? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?
[1] https://www.werkenvoornederland.nl/
[2] http://www.coosto.com/
Indiendatum:
mei 2014
Antwoorddatum: 4 jun. 2014
In antwoord op uw brief van 22 mei 2014 deel ik u mee, mede namens de Minister-President, dat de schriftelijke vragen van het lid Ouwehand (PvdD) van uw Kamer over het monitoren en beïnvloeden van internetdiscussies over het Ministerie van Veiligheid en Justitie (ingezonden 22 mei 2014) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie over het monitoren en beïnvloeden van internetdiscussies over het ministerie van Veiligheid en Justitie (ingezonden 22 mei 2014)
1. Bent u bekend met de recente vacature bij het ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J), waarin medewerkers worden gezocht om te achterhalen hoe burgers online praten over het ministerie van V&J? 1) Sinds wanneer worden medewerkers geworven om de meningsvorming van burgers over hun beleid en hun functioneren te volgen en te beïnvloeden?
Antwoord vraag 1: Bewindslieden werven geen medewerkers om de meningsvorming van burgers over hun beleid en functioneren te volgen en te beïnvloeden. Om goed beleid te maken staat de overheid in contact met de samenleving. Het volgen van media, ook online media, is een vorm om signalen uit de samenleving op te vangen. Het stelt de overheid tevens in staat om ook online vragen van mensen over het beleid te beantwoorden.
2. Zijn er op dit moment al medewerkers in dienst die met monitoring- en webcaretool Coosto speuren naar gesprekken op fora en sociale media, zoals Twitter, Facebook en Youtube en proactief deelnemen aan gesprekken over V&J-beleidsterreinen, V&J-organisaties en de V&J-bewindslieden om zo te helpen het imago van V&J op te bouwen en te beschermen? Hoeveel fte is of wordt ingezet om kritische geluiden op sociale media over V&J-beleidsterreinen van repliek te dienen?
Antwoord vraag 2: Er zijn medewerkers binnen de overheid actief om voorlichting te verstrekken aan burgers via brieven, telefoon, mail en meer recent ook via social media. Daarbij wordt altijd verwezen naar staand beleid zoals bijvoorbeeld omschreven op www.rijksoverheid.nl of in de correspondentie met het parlement. Er worden geen medewerkers ingezet om kritische geluiden op sociale media van repliek te dienen.
3. Kunt u uiteenzetten wat het profiel is of wordt van webcare-redacteuren die tot taak hebben gesprekken op fora en sociale media over V&J-beleidsterreinen op te sporen en daar proactief aan deel te nemen? Op welke wijze presenteert een webcare-redacteur zich aan de burgers in wiens gesprek hij zich gaat mengen?
Antwoord vraag 3: Als een ambtenaar online in gesprek gaat uit hoofde van zijn functie dient hij zich ook online als ambtenaar kenbaar te maken. Deze regel is in juni 2010 vastgesteld. Deze regel is een aanvulling op één van de Uitgangspunten van de Overheidscommunicatie: ‘De rijksoverheid is altijd, ongeacht het kanaal of medium, herkenbaar als deelnemer aan de communicatie, respectievelijk als (mede-)afzender en/of anderszins als belanghebbend of betrokken bij de informatie.
4. Kunt u uiteenzetten hoeveel ministeries al gebruik maken van de real-time monitoringspakketten van Coosto of andere bedrijven, hoeveel gesprekken of berichten worden gevolgd en hoeveel belastinggeld daaraan wordt uitgegeven? 2)
Antwoord vraag 4: Alle ministeries volgen media, ook online media. Daar worden verschillende pakketten gebruikt. Het is integraal onderdeel van de inspanningen gericht op het opvangen van signalen uit de samenleving, waarbij beleidsonderwerpen die aandacht van politiek, media en samenleving vragen worden gevolgd.
5. Vindt u het verantwoord ambtenaren in te zetten om gesprekken van burgers over het kabinetsbeleid actief te volgen en te beïnvloeden? Zo ja, op welke gronden vindt u het verdedigbaar gesprekken tussen burgers op internet op te sporen, te monitoren en negatieve gedachtevorming over het beleid en de bewindspersonen van V&J te beïnvloeden?
Antwoord vraag 5: De Uitgangspunten van de Overheidscommunicatie zijn altijd het kader, ook voor de wijze waarop de Rijksoverheid communiceert. Ter illustratie een citaat uit de Uitgangspunten: “Hoofddoel van de communicatie van de rijksoverheid is te voldoen aan het recht van de burger op communicatie met en informatie van de rijksoverheid en het ondersteunen van goed democratisch bestuur”.
6. Herinnert u zich de motie-Ouwehand (Kamerstuk 21501-20 nr. 735) waarmee de Kamer heeft uitgesproken dat het initiatief van het Europees Parlement om anti-Europa discussies op internet te monitoren ongewenst is en deze beïnvloeding van gedachtevorming afkeurt?
Zie antwoord 7.
7. Deelt u de mening dat het inzetten van Rijksambtenaren bij online discussies over bijvoorbeeld de rechten van asielzoekers, het kinderpardon en privacy of over het functioneren van bewindslieden een ongewenste inmenging vindt in de persoonlijke levenssfeer, de vrijheid van meningsuiting en de meningsvorming van burgers? Zo ja, waarom denkt het ministerie van V&J dan toch ambtenaren aan te kunnen stellen die precies dat tot taak krijgen? Zo nee, waarin verschilt volgens u het volgen van internetdiscussies over Europees beleid van het volgen van internetdiscussies over kabinetsbeleid?
Antwoord vraag 7: Het Europees Parlement was voornemens om kritische geluiden van repliek te dienen. Dat is gebaseerd op een ander uitgangspunt dan van toepassing is op de inzet van digitale communicatiemiddelen door de Rijksoverheid die de vorming of uitleg van beleid moet dienen.
8. Bent u bereid per direct te stoppen met het laten monitoren en met name het beïnvloeden van internetdiscussies over het beleid en het functioneren van de bewindspersonen van het ministerie van V&J en eventuele andere beleidsterreinen? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 8: In toenemende mate vinden gesprekken over het beleid van de Rijksoverheid ook online plaats. Indien we stoppen zou de Rijksoverheid zich bewust afsluiten van die signalen uit de samenleving. Binnen de kaders van de Uitgangspunten voor de Overheidscommunicatie is er geen ruimte voor beïnvloeding.
1) https://www.werkenvoornederland.nl/
2) http://www.coosto.com/
Interessant voor jou
Vragen over export van levende wolhandkrabben naar voedselautomaten in China
Lees verderVragen over schaliegasboringen in Argentinië
Lees verder