Vragen over het recht van ieder kind op natuur
Indiendatum: nov. 2012
Vragen van het lid Ouwehand aan staatssecretaris van Economische Zaken over het recht van ieder kind op natuur.
1. Was u ook zo verheugd dat de koepel van meer dan 1.200 natuurorganisaties en 200 overheidsorganisatiesop op het congres van IUCN afgelopen september een bindende motie heeft aangenomen die het recht van ieder kind op contact met de natuur en op een schoon leefmilieu erkent?
2. Kunt u bevestigen dat de motie vraagt er voor te zorgen dat ieder kind toegang heeft tot natuur als substantieel onderdeel van zijn of haar dagelijkse leven?
3. Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat 70 procent van de kinderen in Nederland niet één keer per jaar in de vrije natuur komt? Zo ja, welke (tussen)doelen stelt u zichzelf om dit percentage aanzienlijk terug te dringen en welk tijdpad heeft u daarbij voor ogen? Zo neen, waarom niet?
4. Deelt u de mening dat het recht op natuur net als andere kinderrechten, zoals het recht op onderwijs en het recht op spelen, verankerd moet worden in het Verdrag inzake de Rechten van het kind van de Verenigde Naties? Zo ja, bent u bereid hier actief voor te pleiten en/of het voortouw in te nemen? Zo nee, waarom niet?
5. Bent u bereid voor de begrotingsbehandeling Economische zaken, onderdeel Landbouw en Natuur uiteen te zetten hoe u het recht van ieder kind op natuur en een schoon leefmilieu gaat uitwerken in Nederland?
1 http://www.iucn.nl/actueel/iucn_nl/recht_van_kinderen_op_natuur_een_stap_dichterbij/
2 http://www.iucn.nl/actueel/iucn_nl/prinses_irene_wil_recht_op_natuur_voor_kinderen_verankeren/
Indiendatum:
nov. 2012
Antwoorddatum: 15 jan. 2013
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het recht van ieder kind op natuur (2012Z20470, ingezonden 28 november 2012)
1
Was u ook zo verheugd dat de koepel van meer dan 1.200 natuurorganisaties en 200 overheidsorganisaties op het congres van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) afgelopen september een bindende motie heeft aangenomen die het recht van ieder kind op contact met de natuur en op een schoon leefmilieu erkent?
Antwoord
Ja, tenslotte komt het initiatief voort uit een project dat in 2008 is gestart vanuit een subsidie van de Regeling Draagvlak Natuur aan een coalitie van het Natuurcollege, Stichting Waarde en IUCN Nederland.
2
Kunt u bevestigen dat de motie vraagt er voor te zorgen dat ieder kind toegang heeft tot natuur als substantieel onderdeel van zijn of haar dagelijkse leven?
Antwoord
Ja.
3
Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat 70 procent van de kinderen in Nederland niet één keer per jaar in de vrije natuur komt? Zo ja, welke (tussen)doelen stelt u zichzelf om dit percentage aanzienlijk terug te dringen en welk tijdpad heeft u daarbij voor ogen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja, ik deel de zorgen. De gegevens komen uit onderzoek dat mijn ministerie heeft laten uitvoeren door Alterra, en is later bevestigd door onderzoeken die zijn gedaan in het kader van het programma Jeugd van het voormalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Het in contact brengen van kinderen met de natuur is primair een verantwoordelijkheid van ouders en opvoeders, en tevens van de school. Niettemin zal ik, daar waar gepast bij de rol van de overheid, stimuleren dat de voorwaarden om in contact te komen met natuur worden verbeterd. Ik denk daarbij onder meer aan het stimuleren van een groene leefomgeving (bijv. via het thema Groen in de Stad), goede toegankelijkheid van natuurgebieden, goede communicatie over de mogelijkheden voor beleving van natuur, zoals bij bezoekerscentra in en buiten Nationale Parken, en aan het (doen) verzorgen van Natuur- en Milieu Educatie. De uitvoering van dergelijk beleid ligt evenwel bij lokale en regionale overheden, terreinbeherende organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, en maatschappelijke organisaties als het IVN: Het project Oerrr van Natuurmonumenten, Kleine Kanjers, Scharrelkids. Dit zijn enkele voorbeelden van wat deze organisaties ondernemen op dit vlak.
4
Deelt u de mening dat het recht op natuur net als andere kinderrechten, zoals het recht op onderwijs en het recht op spelen, verankerd moet worden in het Verdrag inzake de Rechten van het kind van de Verenigde Naties? Zo ja, bent u bereid hier actief voor te pleiten en/of het voortouw in te nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De rechten van kinderen op bescherming, op leven en ontwikkeling, op gezondheid en op recreatie zoals omschreven in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), bieden voldoende waarborgen voor het in contact brengen van kinderen met de natuur. Ouders zijn er in de eerste plaats verantwoordelijk voor dat hun kinderen in een veilige en geschikte omgeving kunnen opgroeien. De natuur en een schoon leefmilieu spelen daarin vanzelfsprekend een grote rol. De overheid stimuleert, zoals opgenomen onder vraag 3, in samenwerking met scholen en gemeenten een gezonde en kindvriendelijke leefomgeving voor alle kinderen.
5
Bent u bereid voor de begrotingsbehandeling Economische Zaken, onderdeel Landbouw en Natuur uiteen te zetten hoe u het recht van ieder kind op natuur en een schoon leefmilieu gaat uitwerken in Nederland?
Antwoord
In de beantwoording van vraag 3 heb ik aangegeven welke stimulansen er zijn om het contact tussen kind en natuur te versterken, vanuit de overtuiging dat kinderen al vroeg betrokken moeten worden bij natuur en natuurbeleid en vanuit de wetenschap dat een groene leefomgeving bijdraagt aan het welzijn, welbevinden en welvaart van mensen in Nederland.
(w.g.) Sharon A.M. Dijksma
Staatssecretaris van Economische Zaken
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over de terugkeer van legbatterijeieren in Europa
Lees verderVragen over de uitlatingen van ZKH prins Willem Alexander in Brazilië
Lees verder