Vragen over honderdduizenden kippen die dreigen te worden gedood na ongefundeerde uitspraken van de NVWA in de fipronil-affaire
Indiendatum: 7 aug. 2017
Vragen van Kamerlid Esther Ouwehand aan de staatssecretaris van Economische Zaken over honderdduizenden kippen die dreigen te worden gedood na ongefundeerde uitspraken van de NVWA in de fipronil-affaire
1. Is het waar dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA heeft gezegd dat pluimveehouders van wie de kippen besmet zijn geraakt met fipronil, zelf mogen weten of zij die kippen willen doden? Klopt het dat een woordvoerder van de NVWA heeft gezegd: “Daar gaan wij niet over. Een pluimveehouder kan zelfstandig besluiten, op welk moment dan ook om zijn kippen te doden” [1] Zo nee, wat heeft de NVWA dan wel gezegd?
2. Kunt u bevestigen dat met fipronil besmette kippen die worden gedood, zullen worden vernietigd in plaats van te eindigen in de kippensoep - wat doorgaans het lot is van uitgelegde leghennen- of anderszins in de voedselketen terecht zullen komen? Kunt u bevestigen dat de uitzondering in artikel 2.10, lid 1Wet dieren, waarin wordt gesteld dat het verboden is dieren te doden, behalve voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten, derhalve niet opgaat, omdat deze kippen niet zullen worden gedood voor productie, maar voor vernietiging?
3. Kunt u bevestigen dat er in het fipronil-schandaal geen sprake is van een besmettelijke dierziekte, waarvoor krachtens artikel 5.10 Wet dieren andere regels gelden en het doden van dieren kan worden verplicht?
4. Kunt u bevestigen dat de besmetting met fipronil in beginsel een tijdelijke kwestie is, en dat de getroffen kippen het middel ook weer kwijt kunnen raken, bijvoorbeeld door te ruien? Kunt u voorts bevestigen dat artikel 5.10 Wet dieren nadrukkelijk een mandaat verschaft voor de regering om maatregelen op te leggen in situaties waarin dieren een schadelijke stof hebben opgenomen, waaronder in dit geval het vernietigen van de besmette eieren (lid 3, sub c) én het behandelen van de besmette dieren (lid 3, sub h)?
5. Kunt u bevestigen dat het doden van met fipronil besmette kippen voor de pluimveehouders een economische afweging is, omdat de eieren van deze kippen niet verkocht mogen worden en de kippen dus niks opbrengen, maar wel voer nodig hebben? Kunt u bevestigen dat artikel 1.10 van het Besluit houders van dieren, waarin nader wordt bepaald in welke gevallen dieren mogen worden gedood, geen ruimte laat voor het doden van dieren op basis van een dergelijke afweging?
6. Kunt u bevestigen dat in artikel 1.3 Wet dieren de intrinsieke waarde van dieren wordt erkend, en dat in lid 2 wordt bepaald dat er in elk geval in moet worden voorzien ‘dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd’?
7. Deelt u, de wettelijke bepalingen in ogenschouw nemend, de mening dat de NVWA een onverantwoorde uitspraak heeft gedaan die pluimveehouders kan aanzetten tot gedragingen die in strijd zijn met de wet? Zo nee, kunt u uitleggen welke wettelijke grond de NVWA hanteert voor de boodschap dat pluimveehouders zelf mogen weten of ze hun met fipronil besmette kippen doden of niet? Zo ja, hoe kan het gebeuren dat de NVWA, die onder meer tot taak heeft toe te zien op de naleving van de wetten en regels die gelden voor dierenwelzijn in de veehouderij, adviezen geeft aan veehouders die in strijd zijn met deze wetten en regels? Welke conclusies trekt u hieruit over het functioneren van de NVWA waar het gaat om de belangrijke taak om ervoor te zorgen dat dierenwelzijnsregels daadwerkelijk worden nageleefd in de Nederlandse veehouderij?
8. Bent u, gelet op bovengenoemde wettelijke bepalingen, bereid onmiddellijk te verklaren dat het doden van met fipronil besmette legkippen, louter vanwege die besmetting, strafbaar is en om de toezichthouder NVWA de opdracht te verschaffen streng toe te zien op naleving van de wet? Bent u tevens bereid een behandeling van de besmette kippen verplicht te stellen zodat zij de schadelijke stoffen weer kunnen kwijtraken? Zo nee,waarom niet?
9. Kunt u inzichtelijk maken hoeveel kippen in totaal getroffen zijn door het eierschandaal rondom het verboden en giftige fipronil? Zo nee, waarom niet?
10. Bent u bereid deze vragen binnen enkele dagen te beantwoorden, zodat snel helder is dat van het doden van met fipronil besmette kippen geen sprake kan zijn en onnodige drama’s kunnen worden voorkomen?
Indiendatum:
7 aug. 2017
Antwoorddatum: 18 aug. 2017
Vraag 1
Is het waar dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft gezegd dat pluimveehouders van wie de kippen besmet zijn geraakt met fipronil, zelf mogen weten of zij die kippen willen doden? Klopt het dat een woordvoerder van de NVWA heeft gezegd: «Daar gaan wij niet over. Een pluimveehouder kan zelfstandig besluiten, op welk moment dan ook om zijn kippen te doden»? Zo nee, wat heeft de NVWA dan wel gezegd?1
Antwoord 1
De NVWA heeft inderdaad laten weten dat een pluimveehouder zelfstandig kan beslissen zijn kippen voortijdig te laten doden, zonder dat de overheid daartoe verplicht. De dieren moeten wel met een methode die daarvoor gebruikt mag worden en op een juiste manier worden gedood zoals is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden. De NVWA houdt risicogericht toezicht op het doden.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat met fipronil besmette kippen die worden gedood, zullen worden vernietigd in plaats van te eindigen in de kippensoep – wat doorgaans het lot is van uitgelegde leghennen- of anderszins in de voedselketen terecht zullen komen? Kunt u bevestigen dat de uitzondering in artikel 2.10, lid 1 van de Wet dieren, waarin wordt gesteld dat het verboden is dieren te doden, behalve voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten, derhalve niet opgaat, omdat deze kippen niet zullen worden gedood voor productie, maar voor vernietiging?
Antwoord 2
De dieren die op het bedrijf worden gedood komen niet in de voedselketen terecht. Het is niet verboden deze kippen te doden. In artikel 2.10, eerste lid, van de Wet dieren staat een verbod om dieren te doden die behoren tot aangewezen diersoorten of diercategorieën. Een uitzondering geldt voor dieren die worden gedood voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten of in andere aangewezen gevallen. Deze aanwijzingen hebben plaatsgevonden in het Besluit houders van dieren. Uit artikel 1.9 van dat besluit volgt dat artikel 2.10, eerste lid, van de Wet dieren alleen van toepassing is op ganzen, honden en katten. Het verbod geldt dus niet voor kippen. Toetsing aan de uitzonderingsgronden van artikel 2.10, eerste lid, van de wet en artikel 1.10 van het besluit is daarmee niet aan de orde. De voorzieningenrechter heeft op 4 augustus jl. bevestigd dat het niet verboden is om kippen te doden en dat pluimveehouders geen overtreding begaan als zij hun dieren om bedrijfseconomische redenen doden. De dieren waarvan de uitslag van het monster onder de MRL ligt, kunnen geslacht worden voor humane consumptie en in de voedselketen terecht komen.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat er in het fipronil-schandaal geen sprake is van een besmettelijke dierziekte, waarvoor krachtens artikel 5.10 van de Wet dieren andere regels gelden en het doden van dieren kan worden verplicht?
Antwoord 3
Ja, er is geen sprake van een besmettelijke dierziekte. Ingeval van een besmettelijke dierziekte worden maatregelen getroffen op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, in afwachting van inwerkingtreding van de Wet dieren voor dit onderwerp.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de besmetting met fipronil in beginsel een tijdelijke kwestie is, en dat de getroffen kippen het middel ook weer kwijt kunnen raken, bijvoorbeeld door te ruien? Kunt u voorts bevestigen dat artikel 5.10 van de Wet dieren nadrukkelijk een mandaat verschaft voor de regering om maatregelen op te leggen in situaties waarin dieren een schadelijke stof hebben opgenomen, waaronder in dit geval het vernietigen van de besmette eieren (lid 3, sub c) én het behandelen van de besmette dieren (lid 3, sub h)?
Antwoord 4
Het is de verwachting van de sector dat de kippen die fipronil in hun lichaam hebben dit ook weer kwijt kunnen raken. Over een wijze waarop dat zou kunnen verwijs ik u naar de antwoorden op de vragen van de CU en de PvdD in het Schriftelijk Overleg inzake fipronil in eieren. Artikel 5.10 van de Wet dieren bevat inderdaad een bevoegdheid voor de Minister van Economische Zaken om maatregelen te treffen ten aanzien van dieren en dierlijke producten die zijn blootgesteld aan een schadelijke stof. Middels een besluit is aan de betreffende pluimveehouders een verbod opgelegd voor de afvoer, het in de handel brengen en buiten Nederland brengen van het pluimvee en de producten afkomstig van deze dieren die vermoedelijk zijn blootgesteld aan fipronil.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het doden van met fipronil besmette kippen voor de pluimveehouders een economische afweging is, omdat de eieren van deze kippen niet verkocht mogen worden en de kippen dus niks opbrengen, maar wel voer nodig hebben? Kunt u bevestigen dat artikel 1.10 van het Besluit houders van dieren, waarin nader wordt bepaald in welke gevallen dieren mogen worden gedood, geen ruimte laat voor het doden van dieren op basis van een dergelijke afweging?
Antwoord 5
Het is aan de pluimveehouder om te beslissen kippen te laten doden, danwel voor een andere optie te kiezen. Die afweging zal voor iedere pluimveehouder anders uitvallen, afhankelijk van de situatie op zijn bedrijf. Voor nadere duiding hiervan verwijs ik u naar de antwoorden op de vragen van de PvdD in het Schriftelijk Overleg inzake fipronil in eieren. Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, is toetsing aan de uitzonderingsgronden niet aan de orde.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat in artikel 1.3 van de Wet dieren de intrinsieke waarde van dieren wordt erkend, en dat in lid 2 wordt bepaald dat er in elk geval in moet worden voorzien «dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd»?
Antwoord 6
Dit kan ik bevestigen.
Vraag 7
Deelt u, de wettelijke bepalingen in ogenschouw nemend, de mening dat de NVWA een onverantwoorde uitspraak heeft gedaan die pluimveehouders kan aanzetten tot gedragingen die in strijd zijn met de wet? Zo nee, kunt u uitleggen welke wettelijke grond de NVWA hanteert voor de boodschap dat pluimveehouders zelf mogen weten of ze hun met fipronil besmette kippen doden of niet? Zo ja, hoe kan het gebeuren dat de NVWA, die onder meer tot taak heeft toe te zien op de naleving van de wetten en regels die gelden voor dierenwelzijn in de veehouderij, adviezen geeft aan veehouders die in strijd zijn met deze wetten en regels? Welke conclusies trekt u hieruit over het functioneren van de NVWA waar het gaat om de belangrijke taak om ervoor te zorgen dat dierenwelzijnsregels daadwerkelijk worden nageleefd in de Nederlandse veehouderij?
Antwoord 7
Inzake de wettelijke grondslag voor het doden van dieren verwijs ik naar mijn antwoorden op vraag 2 en 5. De pluimveehouder is – ook in deze situatie – degene die de afweging moet maken en uiteindelijk de beslissing neemt of de hennen gedood worden of dat een andere optie gekozen wordt. De NVWA heeft pluimveehouders niet geadviseerd wat zij moeten doen, maar uitsluitend, in reactie op vragen van dierenrechtenorganisaties, laten weten dat de NVWA geen beslissing neemt over het lot van de kippen. Ik deel derhalve uw mening niet dat de NVWA een onverantwoorde uitspraak heeft gedaan.
Vraag 8
Bent u, gelet op bovengenoemde wettelijke bepalingen, bereid onmiddellijk te verklaren dat het doden van met fipronil besmette legkippen, louter vanwege die besmetting, strafbaar is en bent u bereid de toezichthouder NVWA de opdracht te verschaffen streng toe te zien op naleving van de wet? Bent u tevens bereid een behandeling van de besmette kippen verplicht te stellen zodat zij de schadelijke stoffen weer kunnen kwijtraken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zoals blijkt uit de voorgaande antwoorden is het volgens de wet niet strafbaar om kippen te doden.
Vraag 9
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel kippen in totaal getroffen zijn door het eierschandaal rondom het verboden en giftige fipronil? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het totaal aantal geblokkeerde bedrijven (uit de eerste ronde en de zelfmelders) is voor wat betreft eieren op 15 augustus 149. Het totaal aantal kippen van deze bedrijven is op dit moment niet bekend. Wel is bekend dat op 15 augustus ca. 1,5 miljoen kippen waren gedood op 47 locaties
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen binnen enkele dagen te beantwoorden, zodat snel helder is dat van het doden van met fipronil besmette kippen geen sprake kan zijn en onnodige drama’s kunnen worden voorkomen?
Antwoord 10
Ja.
Interessant voor jou
Vragen over zorgen die er bij het SodM bestaan over de veiligheid bij delfstoffenwinning en geothermie
Lees verderVragen Ouwehand over het daadwerkelijke aantal dieren dat is omgekomen bij stalbranden
Lees verder