Vragen van het lid Kostić aan de minister van LVVN en de minister van VWS over de ernstige vogel­griep-situatie


Indiendatum: 13 feb. 2025

Vragen van het lid Kostić aan de minister van LVVN en de minister van VWS over de ernstige vogelgriep-situatie

  1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending van EenVandaag en de noodoproep van wildopvangcentra en dierenambulances over het toenemende aantal vogelgriepbesmettingen bij wilde dieren?[1]
  2. Bent u ermee bekend dat experts spreken over een pandemie bij dieren? [2]
  3. Bent u ermee bekend dat vogelgriep in de Verenigde Staten op grote schaal rondgaat zowel bij wilde dieren als in de veehouderij, en dat daar meer dan 60 mensen vogelgriep hebben opgelopen in het afgelopen jaar, waarvan één persoon is overleden?[3]
  4. Bent u ermee bekend dat ook in Nederland vogelgriep “flink om zich heen grijpt” en er veel dode vogels worden aangetroffen?[4]
  5. Kunt u herinneren dat u bij het commissiedebat Zoönosen en dierziekten van donderdag 6 februari 2025 hebt gesteld dat op dit moment het zoönotisch risico vanwege vogelgriep laag is en u daarom geen noodzaak ziet voor financiële ondersteuning van dierenhulporganisaties?
  6. Hoe rijmt u deze uitspraak met alle berichten uit binnen- en buitenland over de ernstige vogelgriepsituatie?
  7. Deelt u de mening dat de inzet van dierenhulporganisaties onmisbaar is, niet alleen vanwege de zorg voor wilde dieren en het voldoen aan de zorgplicht, maar ook vanwege het voorkomen van de verspreiding van vogelgriep en het beschermen van de volksgezondheid? Zo nee, waarom niet?
  8. Bent u bekend met het verzoek van de Kamer om te komen tot een structurele financiële strategie voor het opruimen van de kadavers van wilde vogels en de opvang van mogelijk besmette dieren en de toezegging van de oud-minister om in gesprek te gaan met dierenhulporganisaties?[5]
  9. Hoe vaak bent u, sinds u bent aangetreden als minister, persoonlijk in gesprek gegaan met dierenhulporganisaties over vogelgriep en over het gebrek aan financiële ondersteuning?
  10. Bent u ermee bekend dat de staatssecretaris van LVVN in antwoorden op eerdere Kamervragen heeft gesteld dat het ministerie op de hoogte is van de financiële problemen waar veel dierenhulporganisaties mee kampen? [6] Kunt u dit bevestigen?
  11. Kunt u tevens bevestigen dat dierenhulporganisaties op dit moment zelf moeten opdraaien voor de extra kosten die ze maken vanwege vogelgriep?
  12. Klopt het dat dierenhulporganisaties niet eens door de rijksoverheid worden gecompenseerd voor de kosten die gemaakt worden voor de griepprik en de beschermingsmiddelen, terwijl dit noodzakelijk is voor het beschermen van de gezondheid van de medewerkers en van de volksgezondheid?
  13. Vindt u het gerechtvaardigd dat hoewel dierenhulporganisaties onmisbaar werk doen en kampen met financiële problemen, uw ministerie geen enkele financiële bijdrage levert?
  14. Kunt u begrijpen dat uw opmerking bij het commissiedebat over dat de overheid “geen pinpas” is, pijn kan doen bij veel hardwerkende vrijwilligers en medewerkers bij wildopvangcentra en de dierenambulance, vanwege de ernstige financiële problemen bij deze organisaties, wat gevolgen kan hebben voor hun eigen veiligheid, het kunnen vervullen van de wettelijke zorgplicht en het beschermen van de volksgezondheid?
  15. Hoeveel dieren met vogelgriep moet de dierenambulance per week ophalen voordat u overgaat tot financiële ondersteuning? Hoe rijmt u dit met de aangenomen motie die vraagt om een structurele financiële strategie?
  16. Bent u bereid om alsnog uitvoering te geven aan de aangenomen motie door over te gaan tot een structurele financiële strategie? Zo nee, waarom niet?
  17. Bent u bereid om aanvullend te kijken of u kunt bijdragen aan het beschermen van de gezondheid van de medewerkers en vrijwilligers bij dierenhulporganisaties, door het leveren van de griepprikken en beschermingsmiddelen? Zo nee, waarom niet?
  18. Deelt u het inzicht dat we er daarnaast alles aan moeten doen om te voorkomen dat vogelgriep zich verder verspreidt, muteert en overspringt op de mens en we dus voldoende preventieve maatregelen moeten treffen om de verspreiding van vogelgriep tegen te gaan?
  19. Gaat u invulling geven aan het advies van het Europees Centrum voor Ziektepreventie en Ziektebestrijding (ECDC) en de EFSA om de dichtheid van pluimvee en pluimveebedrijven, zowel in waterrijke gebieden, als daarbuiten, te verlagen? [7]Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
  20. Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?


 

[5] Motie 29683, nr. 300

[6] Antwoord op vragen van het lid Kostic over het bericht 'Zeekoeten onder de parafine aangespoeld aan de kust: 'Zelf gaan ze het niet redden''

Interessant voor jou

Vragen van het lid Kostic aan Minister van Justitie en Veiligheid over verdwijnen van wolven

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer