Vragen Vestering en Van Esch over kilometers lange oeverbeschoeiing, die behandeld is met een kankerverwekkende stof
Indiendatum: 12 aug. 2023
Vragen van de leden Vestering en Van Esch (beiden Partij voor de Dieren) aan de minister voor Natuur en Stikstof en de minister van Infrastructuur en Waterstaat over kilometers lange oeverbeschoeiing, die behandeld is met een kankerverwekkende stof
1. Wat dacht u toen u hoorde dat 245 kilometer oeverbeschoeiing in de Noordoostpolder kankerverwekkende stoffen bevat?[1]
2. Wat was uw reactie toe bleek dat op sommige plekken de normoverschrijding voor fluorantheen maar liefst 16 tot 26 keer zo hoog is als toegestaan?
3. Wat vindt u ervan dat het waterschap Zuiderzeeland ruim 10 jaar de tijd neemt om de paaltjes te vervangen? Na hoeveel jaar worden deze paaltjes normaliter vervangen?
4. Beaamt u dat de kankerverwekkende oeverbeschoeiing in de Noordoostpolder vóór 2027 verwijderd zou moeten worden vanwege het moeten behalen van de Kaderrichtlijn Water? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om het waterschap op te roepen vaart te maken met de verwijdering en waar nodig dit te faciliteren?
5. Klopt het dat in bijna alle Nederlandse wateren houten paaltjes worden gebruikt, behandeld met kankerverwekkende stoffen (oeverbeschoeiing geïmpregneerd met creosoot en/of carbolineum) en dat deze stoffen uitspoelen naar het water? Hoeveel kilometer beschoeiing betreft het in totaal?
6. Kunt u aangeven welke en hoeveel kankerverwekkendestoffen via deze geïmpregneerde oeverbeschoeiing in het water en de waterbodems zijn gekomen?
7. Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van deze giftige stoffen voor de gezondheid van mensen en wat de gevolgen zijn voor een goede staat van instandhoudingvan de natuur?
8. Klopt het dat Nederland de hoogste dichtheidgecreosoteerd hout per km2 heeft in Europa dankzij haar uitgebreide oeverbeschoeiing? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat vindt u hiervan?
9. Klopt het dat gecreosoteerd hout (hout dat geïmpregneerd is met een middel tegen schimmel) als oeverbeschoeiing op lokale schaal een bedreiging vormt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat vindt u hiervan?
10. Kunt u aangeven waar en in welke mate de waterkwaliteitsnormen worden overschreden in Nederland als gevolg van geïmpregneerde oeverbeschoeiing? Indien u dit niet kunt aangeven, bent u bereid om bij de waterschappen te informeren hoeveel kilometer oeverbeschoeiing geïmpregneerd is met o.a. carbolineum en waar deze kankerverwekkende stoffen uitspoelen? Zo nee, waarom niet?
11. Beaamt u dat het gebruik van gecreosoteerd hout als oeverbeschoeiing verboden zou moeten worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
12. Kunt u aangeven welke andere oeverbeschoeiing in de Noordoostpolder zal worden toegepast?
13. Wat zijn de alternatieven voor de oeverbeschoeiing en welke mogelijke kankerverwekkende of andere schadelijke stoffen zouden hierbij kunnen uitspoelen naar het water?
14. Klopt het dat oeverbeschoeiing gemaakt van kunststof ook schadelijke stoffen, met name weekmakers, uitspoeltnaar het watermilieu? Zo ja, welke kankerverwekkende of andere schadelijke stoffen spoelen naar het water uit?
15. Kunt u aangeven waar en hoeveel de waterkwaliteitsnormen overschreden worden in Nederland als gevolg van kunstmatige oeverbeschoeiing? Indien u dit niet kunt aangeven, bent u bereid om bij de waterschappen te informeren hoeveel kilometer kunstmatige oeverbeschoeiing er is en waar deze schadelijke stoffen uitspoelen? Zo nee, waarom niet?
16. Deelt u de mening dat alternatieve oeverbeschoeiing die ook kankerverwekkende stoffen uitspoelt naar het water niet gebruikt dienen te worden? Zo ja, hoe gaat u hier voor zorgen?
Indiendatum:
12 aug. 2023
Antwoorddatum: 5 sep. 2022
Vraag 1
Wat dacht u toen u hoorde dat 245 kilometer oeverbeschoeiing in de Noordoostpolder kankerverwekkende stoffen bevat?[1]
Vraag 2
Wat was uw reactie toen bleek dat op sommige plekken de normoverschrijding voor fluorantheen maar liefst 16 tot 26 keer zo hoog is als toegestaan?
Antwoord 1 en 2
Ook voor mij was dit een bericht waar ik graag verduidelijking bij ontving. Zie verder de antwoorden op de overige vragen.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat het waterschap Zuiderzeeland ruim tien jaar de tijd neemt om de paaltjes te vervangen? Na hoeveel jaar worden deze paaltjes normaliter vervangen?
Antwoord 3
Het waterschap heeft hierover nog geen besluit genomen. Er zijn vervangingsscenario’s uitgewerkt, rekening houdend met alle consequenties en risico’s. Eind 2022 vindt hierover besluitvorming plaats door het waterschap. De verwachte levensduur van de paaltjes was oorspronkelijk veertig jaar.
Vraag 4
Beaamt u dat de kankerverwekkende oeverbeschoeiing in de Noordoostpolder vóór 2027 verwijderd zou moeten worden vanwege het moeten behalen van de Kaderrichtlijn Water? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om het waterschap op te roepen vaart te maken met de verwijdering en waar nodig dit te faciliteren?
Antwoord 4
Nee, voor de normen voor fluorantheen en andere polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) geldt een andere termijn. Deze normen zijn in 2013 in de Europese richtlijn prioritaire stoffen aangescherpt. Deze normen zijn eind 2015 geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving via het Besluit monitoring en kwaliteitseisen (2009). De norm voor fluorantheen dient uiterlijk in 2033 te zijn behaald.
Vraag 5
Klopt het dat in bijna alle Nederlandse wateren houten paaltjes worden gebruikt, behandeld met kankerverwekkende stoffen (oeverbeschoeiing geïmpregneerd met creosoot en/of carbolineum) en dat deze stoffen uitspoelen naar het water? Hoeveel kilometer beschoeiing betreft het in totaal?
Antwoord 5
Oeverbeschoeiingen die geïmpregneerd zijn met creosoot of carbolineum zijn inmiddels veelal vervangen door milieuvriendelijker alternatieven. In grote delen van Nederland (bijvoorbeeld veenweidegebieden) is in het geheel geen beschoeiing aanwezig.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke en hoeveel kankerverwekkende stoffen via deze geïmpregneerde oeverbeschoeiing in het water en de waterbodems zijn gekomen?
Antwoord 6
Creosoot bevat een grote verscheidenheid aan PAK’s en fenolen. Gecreosoteerd hout dat in zoet water werd gebruikt bevat ongeveer 10 gewichtsprocent creosoot. Uit de houten beschoeiing logen heel traag de lichtere PAK’s uit, waaronder fluorantheen en anthraceen. Ondanks de uitloging zal ook na tientallen jaren (de verwachte levensduur) in contact met water nog circa 90% van het creosoot in het hout zitten, de overige 10% zal verdampen of in water of waterbodem belanden. Zoals aangegeven in vraag 5 worden inmiddels milieuvriendelijkere alternatieven toegepast.
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van deze giftige stoffen voor de gezondheid van mensen en wat de gevolgen zijn voor een goede staat van instandhouding van de natuur?
Antwoord 7
De norm voor fluorantheen is gebaseerd op schadelijkheid voor de mens bij consumptie van zoetwatermosselen. Een concentratie in het oppervlaktewater tot maximaal twintig keer deze norm is nog niet schadelijk voor het ecosysteem en dus ook niet voor de goede staat van instandhouding van de natuur. In de Noordoostpolder komen zoetwatermosselen (zeer) beperkt voor, voor zover bekend vindt geen consumptie plaats van deze mosselen.
Vraag 8
Klopt het dat Nederland de hoogste dichtheid gecreosoteerd hout per vierkante kilometer heeft in Europa dankzij haar uitgebreide oeverbeschoeiing? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Antwoord 8
Nederland kent een hoge dichtheid van watergangen waarvoor versteviging van oevers noodzakelijk is. Toepassing van gecreosoteerd hout in oeverbeschoeiingen vindt niet meer plaats en bestaande oeverbeschoeiingen van dit type worden sinds de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw vervangen door milieuvriendelijker alternatieven.
Vraag 9
Klopt het dat gecreosoteerd hout (hout dat geïmpregneerd is met een middel tegen schimmel) als oeverbeschoeiing op lokale schaal een bedreiging vormt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Antwoord 9
Waar nog gecreosoteerd hout als oeverbeschoeiing aanwezig is, kan dit lokaal een bedreiging vormen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. De waterschappen hebben de taak ervoor te zorgen dat de kwaliteit van het oppervlaktewater in orde is.
Vraag 10
Kunt u aangeven waar en in welke mate de waterkwaliteitsnormen worden overschreden in Nederland als gevolg van geïmpregneerde oeverbeschoeiing? Indien u dit niet kunt aangeven, bent u bereid om bij de waterschappen te informeren hoeveel kilometer oeverbeschoeiing geïmpregneerd is met onder andere carbolineum en waar deze kankerverwekkende stoffen uitspoelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Er is niet structureel sprake van normoverschrijdingen voor fluorantheen of andere PAK’s als gevolg van gecreosoteerde oeverbeschoeiing. Op veel plekken waar deze beschoeiing heeft gestaan is deze al eerder vervangen. In grote delen van Nederland (bijvoorbeeld veenweidegebieden) is in het geheel geen beschoeiing aanwezig.
Vraag 11
Beaamt u dat het gebruik van gecreosoteerd hout als oeverbeschoeiing verboden zou moeten worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 11
In de Derde Nota Waterhuishouding (1990) is al geconstateerd dat terughoudendheid gewenst is ten aanzien van gebruik van gecreosoteerd hout in de waterbouw en dat er naar alternatieven moet worden gekeken. Toepassing van gecreosoteerd hout in oeverbeschoeiingen vindt niet meer plaats en bestaande oeverbeschoeiingen van dit type worden sinds de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw vervangen door milieuvriendelijker alternatieven.
Vraag 12
Kunt u aangeven welke andere oeverbeschoeiing in de Noordoostpolder zal worden toegepast?
Antwoord 12
Dit is een bestuurlijke keuze van het waterschap, zie ook het antwoord op vraag 13.
Vraag 13
Wat zijn de alternatieven voor de oeverbeschoeiing en welke mogelijke kankerverwekkende of andere schadelijke stoffen zouden hierbij kunnen uitspoelen naar het water?
Antwoord 13
Alternatieven zijn oeverbeschoeiingen van onbehandeld hard hout, eventueel in combinatie met een natte plasdraszone, van beton of staal of van kunststof.
Vraag 14
Klopt het dat oeverbeschoeiing gemaakt van kunststof ook schadelijke stoffen, met name weekmakers, uitspoelt naar het watermilieu? Zo ja, welke kankerverwekkende of andere schadelijke stoffen spoelen naar het water uit?
Antwoord 14
In kunststof oeverbeschoeiingen kunnen weekmakers zitten. Deze logen in het oppervlaktewater echter in zodanig geringe mate uit dat er voor zover bekend geen sprake is van schadelijke effecten.
Vraag 15
Kunt u aangeven waar en hoeveel de waterkwaliteitsnormen overschreden worden in Nederland als gevolg van kunstmatige oeverbeschoeiing? Indien u dit niet kunt aangeven, bent u bereid om bij de waterschappen te informeren hoeveel kilometer kunstmatige oeverbeschoeiing er is en waar deze schadelijke stoffen uitspoelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Er zijn geen overschrijdingen van waterkwaliteitsnormen als gevolg van kunststof oeverbeschoeiingen bekend.
Vraag 16
Deelt u de mening dat alternatieve oeverbeschoeiing die ook kankerverwekkende stoffen uitspoelt naar het water niet gebruikt dient te worden? Zo ja, hoe gaat u hier voor zorgen?
Antwoord 16
Uiteraard deel ik uw mening dat oeverbeschoeiingen geen schadelijke effecten mogen hebben. Er zijn milieuvriendelijke alternatieven, zie het antwoord op vraag 13.
[1] Omroep Flevoland, 27 juni 2022 'Kilometers giftige oeverbeschoeiing moet vervangen worden' (https://www.omroepflevoland.nl/nieuws/290966/chartbeat)
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen Van Raan over het aantal toegenomen vluchten op Rotterdam The Haque Airport (RTHA)
Lees verderVragen Vestering over de ongekende droogte en de rol van de landbouw
Lees verder