Laat de natuur niet stikken

In Nederland stoten we veel meer stikstof uit dan de natuur aankan. Het gaat om 2 soorten stikstof: ammoniak, vooral uit de veehouderij, en stikstofoxiden, vooral door het verkeer en de industrie. De Nederlandse landbouwsector draagt het meest bij: 45% van de stikstofuitstoot komt hier vandaan. Het gaat vooral om ammoniak. Dit komt in de lucht door dierlijke mest en urine. Wanneer dat terechtkomt in een natuurgebied verderop, verzuurt en vermest het de bodem. Dit is heel slecht voor veel planten- en diersoorten. Doordat de overheid niet goed heeft gehandeld, gaat het heel slecht met de natuur.

Minder dieren betekent minder mest en daarmee minder stikstof. We moeten het aantal dieren dat in Nederland gefokt, gebruikt en gedood wordt flink verminderen. Dit helpt de natuur om zich te herstellen en is nodig voor het oplossen van problemen zoals de klimaatcrisis, dierenwelzijn en gezondheid. De Partij voor de Dieren wil het aantal dieren met 75% verminderen.

Ook andere sectoren moeten hun stikstofuitstoot verminderen. De maximumsnelheid moet omlaag, de luchtvaart moet krimpen, en de subsidie voor biomassacentrales moet stoppen. Vervuilende industrieën moeten snel verduurzamen of krimpen.

Als een boerderij, fabriek of vliegveld stopt of zijn uitstoot vermindert, moet de stikstofwinst naar de natuur gaan. Pas als de natuur geen stikstofreductieStikstofreductie betekent het verminderen van stikstofuitstoot in de lucht, vooral door landbouw, industrie en verkeer. meer nodig heeft, kan de politiek beslissen waar deze ruimte voor stikstof naartoe gaat. De Partij voor de Dieren wil dat dit vooral naar duurzame energie en woningbouw gaat. Voor snelwegen, grotere boerderijen of bedrijven die vervuilen en zonder vergunning werkten, mag geen stikstofruimte gereserveerd worden.